Voor de gemiddelde fashionista is Zara misschien een weinig opmerkelijke winkel. De Spaanse keten verschilt op het eerste oog nauwelijks van H&M, Mango, Esprit of Topshop. Toch heeft het bedrijf de mode-industrie getransformeerd, schreef Lucy Siegle onlangs op Ecouterre.com. Het was namelijk Zara die fast fashion naar een hoger plan tilde door kleding in relatief kleine oplagen te produceren.
Zara heeft 200 ontwerpers in dienst, die ongeveer 40.000 nieuwe ontwerpen per jaar maken. Daarvan worden er zo’n 12.000 daadwerkelijk gemaakt. Dat is 4000 meer dan de belangrijkste rivaal, Topshop. Gemiddeld bezoekt een klant van Zara 17 keer per jaar een filiaal van het Spaanse modemerk. Dat is aanzienlijk meer dan de vier bezoeken waarop de gemiddelde modewinkel kan rekenen.
Lucy Siegle, die bekend is geworden door haar kritische modeboek 'To Die For', noemt Zara’s uitvinding ‘blink-and-you-miss-it-fashion’. En daar is ze niet enthousiast over. Want deze marketingtechniek heeft ons afgeleerd om twee keer per jaar op zoek te gaan naar kwalitatief hoogwaardige kleding. In plaats daarvan raken we verslaafd aan het kopen van zo veel mogelijk kleding – zelfs als dat neerkomt op twintig nieuwe aankopen per jaar. En je hoeft geen groen heilig boontje te zijn om in te zien dat zulk koopgedrag weinig duurzaam is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten