woensdag 30 mei 2012

Zelf maken en sparen volgens John-Paul Flintoff



John-Paul Flintoff is het type wereldverbeteraar dat gerust in het rijtje Al Gore en Colin Beavan past. In 2009 publiceerde hij het alom geroemde boek 'Sew your own', waarin hij laat zien hoe hij zelf zijn kleding leert maken. Niet alleen om de economische crisis het hoofd te bieden, maar ook om de strijd aan te gaan met klimaatverandering. 'Sew your own' doet verslag van Flintoffs ontdekkingstocht achter de naaimachine, en bespreekt ook nog eens maatschappelijke kwesties zoals sweatshops, stijgende olieprijzen en de dreigende teloorgang van maatpakken.

Recent vroeg Flintoff zich op zijn website af waarom we niet langer gewend zijn om te sparen voor mooie mode-items. Sinds een aantal jaren koopt de Brit geen goedkope producten meer: hij koopt minder, maar altijd van hoge kwaliteit. Zijn avonturen achter de naaimachine droegen bij aan dit besluit, want door zelf kleding te maken werd hij zich ervan bewust hoeveel tijd, energie en vakmanschap er achter een mode-item schuilgaat. En tijdens het onderzoek voor zijn boek ontdekte Flintoff, die als journalist werkt voor onder meer de Sunday Times, hoe onze voortdurende zoektocht naar koopjes leidt tot arbeidsuitbuiting in lagelonenlanden.

John-Paul Flintoff is zich ervan bewust dat hij geen pro is. Zijn vrouw schaamt zich regelmatig voor zijn zelfgefabriceerde outfits, en weigert de creaties van Flintoff te dragen. Daarom heeft hij een maatpak laten maken in de beroemde Londense kleermakersstraat Saville Row. Dat is duur, maar de kwaliteit is top, aldus Flintoff. Bovendien heeft hij maandenlang moeten sparen voor deze uitgave, wat bijdraagt aan het plezier rond de bestelling en aankoop. En hij weet ook nog eens zeker dat hij zijn steentje bijdraagt aan de bescherming van een eeuwenoud ambacht dat het in tijden van massaproductie en recessie moeilijker heeft dan ooit.

Je vraagt je bijna af: waarom gaan we niet allemaal aan de naaimachine en de maatkleding?

dinsdag 29 mei 2012

Steeds meer steun voor Bontvrije Amsterdam Fashion Week



De Oslo Fashion Week doet het al, dus waarom Amsterdam niet? Dat lijkt de gedachte achter een nieuw initiatief om de Amsterdam Fashion Week gegarandeerd bontvrij te maken. Meer dan honderd ontwerpers, stylisten, modebladen, fotografen en bekende Nederlanders hebben de directie van Amsterdam Fashion Week in mei 2012 in een open brief gevraagd om bontvrije catwalkshows te faciliteren.

De open brief is een initiatief van dierenbeschermingsorganisatie Bont voor Dieren, modecollectief Fur Free en ontwerper Michael Barnaart van Bergen. De initiatiefnemers en ondertekenaars van de open brief zijn van mening dat de duurzame initiatieven van de Amsterdam Fashion Week, zoals The Green Fashion Competition, niet samengaan met het tonen van echt bont op de catwalk.

Bont is volgens Bont voor Dieren niet alleen milieubelastend maar ook dieronvriendelijk. Uit onderzoek van CE Delft blijkt dat het klimaateffect van 1 kilo nertsenbont vijf keer zo hoog is als het klimaateffect van 1 kilo textiel. Het dierenleed achter bont hoeft anno nu geen betoog meer.

Afgezien van het fokken en doden van nertsen is de productie van bont in Nederland verboden. Ontwerpers die toch gebruik maken van andere bontsoorten, kunnen de materialen invoeren uit onder andere China. Tijdens de Amsterdam Fashion Week verschijnt regelmatig bont op de catwalk. Bont voor Dieren liet in januari 2012 nadrukkelijk van zich horen tijdens de Amsterdam Fashion Week en de Modefabriek, bijvoorbeeld door ontwerpers te vragen zich aan te sluiten bij de Bontvrijlijst.

Opvallend is dat de open brief aan de Amsterdam Fashion Week brede steun krijgt in modeminnend Nederland. De brief is ondertekend door onder meer Esther Coppoolse van Elle, Simone Dernee van Marie Claire, Hilmar Mulder van Grazia, ontwerpers Conny Groenewegen, Bas Kosters, Hans Ubbink en BN’ers Anna Drijver en Nicolette Kluijver. En de mediaberichtgeving over het initiatief heeft al nieuwe aanmeldingen opgeleverd.

maandag 28 mei 2012

Nieuw Nederlands initiatief voor duurzamere kledingproductie in Bangladesh



‘Een schonere en gezondere textielsesctor in Bangladesh’. Dat is het doel van een intentieverklaring die Solidaridad, staatssecretaris Ben Knapen en een aantal grote modemerken in mei 2012 hebben ondertekend. Onder andere We Fashion, H&M en Esprit hebben zich in de overeenkomst uitgesproken voor een minder vervuilende en verspillende textielindustrie.

In Bangladesh werken 3,5 miljoen mensen in de kleding- en textielsector, vaak onder belabberde omstandigheden. Organisaties zoals de Schone Kleren Campagne en de Fair Wear Foundation zijn al jaren actief in het land, waar fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en respect voor werknemersrechten geen vanzelfsprekendheden zijn.

Het initiatief van Solidaridad komt voort uit een proefproject, en richt zich met name op de milieuaspecten van de textielindustrie. De bedoeling is dat de industrie leert om met minder water, energie en chemicaliën te verbruiken. Daarnaast worden investeringen in nieuwe, schonere technologieën aangemoedigd. Daarvan zouden niet alleen de lokale bedrijven, zoals spin- en weeffabrieken, profiteren, maar ook Westerse modemerken die (indirect) ook worden geconfronteerd met stijgende prijzen voor bijvoorbeeld water en energie.

Hoewel Solidaridad de persbericht over de intentieverklaring de hoopvolle titel ‘Kleding- en textielindustrie schoner’ meegeeft, is het nog even afwachten wat er van de plannen terecht komen. Zo geeft de persinformatie geen enkel inzicht in de manier waarop de voorgestelde veranderingen worden aangepakt, en op welke termijn de effecten zichtbaar worden. De kledingsector in Bangladesh komt al enkele jaren regelmatig negatief in het nieuws, bijvoorbeeld vanwege kinderarbeid in naaifabrieken.

woensdag 23 mei 2012

T-shirts voor oerang-oetans



Een t-shirt met de veelzeggende opdruk Hug me. Dat is het nieuwe initiatief waarmee Stichting Monkey Business aandacht wil vragen voor het lot van oerang-oetans op Sumatra. Het t-shirt is van biologisch katoen en wordt exclusief verkocht door webwinkel watMooi.

In 2012 woedden er in het Tripa natuurgebied op Sumatra hevige branden, die de leefomgeving van de orang-oetan hebben bedreigd. Het t-shirt waarmee Monkey Business en watMooi hulp aan deze regio steunen, is in mei gelanceerd in het Tropenmuseum in Amsterdam. Bekende apenvrienden zoals Rifka Lodeizen, Sergio Hasselbaink, Tygo Gernandt en Jenny Lane lieten zich in het goededoelenshirt op de foto zetten.

Stichting Monkey Business zet zich in voor de bescherming van orang-oetans door publieksbewustwording te creëren en fondsen te werven via feestelijke evenementen. Alle opbrengsten van deze feesten komen ten goede aan lokale organisaties op Borneo en Sumatra. Deze organisaties redden illegaal gevangen orang-oetans, zorgen voor goede opvang en werken samen met de lokale bevolking en overheid om het regenwoud te behouden.

watMooi, een webwinkel met alleen maar duurzame mode in het assortiment, verkoopt wel vaker goededoelenkleding. Bijvoorbeeld t-shirts van Dweezilsfriend, waarmee de Amsterdamse Poezenboot wordt gesteund, en kleding van Hemp Hoodlamb voor Sea Shepherd.

dinsdag 22 mei 2012

Li Edelkoort zag duurzame modetrend allang




Er zijn weinig trendvoorspellers die zo succesvol en invloedrijk zijn als Li Edelkoort. En als we de Nederlandse forecaster mogen geloven, dan gaat duurzaamheid in de modewereld een zonnige toekomst tegemoet.

Al in 2011 voorspelde Edelkoort dat duurzaamheid in 2012 een triomf gaat vieren. In 2020 zou de ecotrend onontkoombaar zijn, aldus de in Parijs gevestigde trendwatcher in 2011.

Edelkoort was zich waarschijnlijk al veel eerder bewust van de potentie van duurzame mode. In 1993 startte ze een bijzonder initiatief om de kennis over handwerk van ambachtslieden te helpen behouden. Via de nonprofit organisatie Heartwear worden onder meer modeitems en duurzame katoen geproduceerd. De bedoeling is dat lokale gemeenschappen de kans krijgen om hun bijzondere producten geschikt te maken voor export. Heartwear ontwikkelt daartoe langetermijn relaties met ambachtslieden om ervoor te zorgen dat ze onafhankelijke bedrijvigheid kunnen ontwikkelen.

De producten van Heartwear worden tot nu toe in Parijs verkocht tijdens speciale verkoopweken. Er zijn plannen om Heartwear ook online te verkopen....

maandag 21 mei 2012

Willen Nederlanders écht duurzame mode?

Meer dan de helft van de consumenten vindt duurzame mode belangrijk. Maar voor het grootste deel van de Nederlanders is duurzaamheid geen overweging bij de aankoop van kleding. Dat zijn de ogenschijnlijk tegenstrijdige uitkomsten van twee recente publieksonderzoeken. Beperkte kennis over wat duurzaamheid inhoudt, lijkt een rol te spelen in de publieke opinie over duurzame kleding.

Het vragenlijstonderzoek van Goodbrandz, dat zicht richtte op 1300 vrouwen in de leeftijd tussen 25 en 60 jaar, geeft de meeste reden tot optimisme. Volgens dit onderzoek vindt 68 procent van de Nederlandse vrouwen milieubewust en sociaal verantwoord geproduceerde mode belangrijk. Een aanzienlijk deel van de respondenten – 21 procent – is zelfs bereid meer te betalen voor duurzame kleding.

Volgens het Duurzaamheidkompas 2012, dat gebaseerd is op onderzoek van MarketResponse onder 500 Nederlanders, is duurzaamheid bij 90 procent van de consumenten geen overweging in het aankoopproces van nieuwe kleding. Vooral een gebrek aan informative zou daar de oorzaak van zijn. Maar liefst 88 procent van de respondenten kent geen duurzame kledingmerken.

Ruim de helft van de deelnemers aan het Duurzaamheidkompas (53 procent) vindt wel dat grote modebedrijven wel duurzame kleding zouden moeten verkopen. Opvallend is dat hoe duurder een merk is, hoe meer men verwacht dat dit merk duurzaam en verantwoord is.

Het gebrek aan kennis over duurzaamheid in de modewereld komt ook naar voren in het onderzoek van Goodbrandz. Van de ondervraagde vrouwen denkt bijna de helft (41 procent) bij duurzaamheid in eerste instantie aan kleding die langer meegaat. Maar iets meer dan een kwart (26 procent) verbindt duurzaamheid met merken die goed zijn voor het milieu en goed voor het welzijn van mensen en dieren. Slechts 11 procent van de Nederlandse vrouwen weet waar ze in haar woonplaats en omgeving terecht kan voor duurzame mode en waaraan zij dit kan herkennen. De meestgenoemde reden dat vrouwen geen duurzame mode kopen, is dan ook dat ze die niet weten te vinden. Een minderheid vindt ecofashion te duur of niet modieus genoeg.

Uit de onderzoeken van Goodbrandz en MarketResponse kan dan ook een mooie uitdaging worden afgeleid. Meer praktisch bruikbare informatie over duurzame mode en over verantwoorde winkeladressen lijkt een must. Want als één ding duidelijk is, dan is het wel dat Nederlandse burgers in theorie best aan de ecofashion zouden wíllen.

woensdag 16 mei 2012

Social fashion van Hollandse bodem




Eco-chic, fair fashion, slow fashion, maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het zijn termen die steeds meer ingeburgerd raken. Maar social fashion is nog een relatief onbekend fenomeen. Het Nederlandse accessoirelabel Coverbee gebruikt de term voor de collectie in Nederland gemaakte laptophoezen, iPhone hoezen en iPad sleeves.

De sleeves van Coverbee worden gemaakt in sociale werkplaatsen in Nederland, waar mensen met een arbeidsbeperking een zinvolle dagbesteding vinden. Die naaiateliers steken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een hart onder de riem en geven hen kansen zichzelf te ontwikkelen, is de gedachte.

Coverbee is ervan overtuigd dat de lokale productie van mode-accessoires een bijdrage levert aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, en voldoet aan de behoefte van hedendaagse consumenten om op de hoogte te zijn van de herkomst van producten. Daarnaast bewijzen de sociale werkplaatsen dat handgemaakte producten van hoge kwaliteit kunnen zijn en toch niet duur hoeven te zijn.

Ook Windkracht8, een jong duurzaam modemerk uit Nederland, brengt handgemaakte producten voor een betaalbare prijs op de markt. De tassen, shirts en jurken worden gemaakt van restmaterialen die afkomstig zijn van kringloopwinkels en vlooienmarkten. Exclusieve kleding voor een betaalbare prijs, is het idee, want door het gebruik van gerecyclede stoffen en afvalleer is elk item uniek.

En misschien is dat wel een extra attractie van social fashion: deze mode is niet alleen fashionable, duurzaam en fair, maar ook nog eens exclusief en betaalbaar.

dinsdag 15 mei 2012

Biologische vakantiekleding van H&M voor Wateraid



H&M for Water. Dat is de naam van de speciale duurzame modecollectie die H&M in juni 2012 lanceert. De kleding voor dames, heren en kinderen is gemaakt van duurzame stoffen (waaronder biokatoen) en steunt WaterAid. Deze organisatie helpt de bevolking in ontwikkelingslanden bij het beschibaar maken van schoon water en hygiënische sanitaire voorzieningen.

Volgens WaterAid sterven wereldwijd dagelijks 4000 kinderen door gebrek aan toegang tot schoon water en adequate sanitaire voorzieningen. Uit een recent rapport van WaterAid blijkt dat jaarlijks 2,5 miljoen levens gered kunnen worden als de watervoorzieningen in arme landen verbetert. Vooral kinderen onder de vijf jaar zijn kwetsbaar. WaterAid is actief in 27 landen en voert onder meer lobby’s in Washington om overheden te stimuleren daadkrachtig op te treden om de situatie in Afrika, Azië en Centraal Amerika te verbeteren.

Een kwart van de verkoopopbrengst van H&M for Water komt ten goede aan WaterAid. De collectie heeft geen goededoelenlook: de kleding, tassen, zonnebrillen, slippers en accessoires ademen de sfeer van een zorgeloze strandvakantie. Voor dames zijn er bijvoorbeeld jurken en rokken met palmprints, en tops met bloemendessins. Heren kunnen het strand op in shorts, shirts en teenslippers met wilde opdrukken. Er zijn ook nog onder meer strandtassen, bikini’s, oorbellen en bandana’s.

maandag 14 mei 2012

Vrouwen die mode voorgoed veranderden



Coco Chanel, Miuccia Prada en Phoebe Philo staan natuurlijk hoog genoteerd in de lijst van de 25 meest invloedrijke vrouwelijke ontwerpsters die de Amerikaanse modewebsite Fashionista in mei 2012 publiceerde. Hoewel mannen in de modewereld nog altijd in de meerderheid zijn, heeft een aantal vrouwelijke ontwerpsters mode voorgoed veranderd, aldus Fashionista.

In de top 25, die zowel hedendaagse ontwerpsters als vrouwen uit het verleden omvat, zijn voorstanders van duurzame mode goed vertegenwoordigd. Katherine Hamnett, die geldt als de uitvinder van t-shirts met politieke slogans, ontbreekt natuurlijk niet. Hoewel de witte shirts met zwarte chocoladeletteropdruk nu nog wel eens als onmodieus gezien worden, waren ze in de jaren tachtig revolutionair – en worden ze nog altijd gekopieerd.

Fashionista.com erkent ook het succes van Stella McCartney, die behoort tot de pioniers in milieu- en diervriendelijke mode. Stella’s modehuis zou vooral uitblinken in prettig draagbare, chic ogende items. Vivienne Westwood wordt overigens door Fashionista geprezen om haar bijdrage aan het populariseren van punk en new wave trends. Over de maatschappelijke betrokkenheid van de excentrieke Britse ontwerpster rept de website met geen woord. En misschien is dat maar goed ook, want sterke ontwerpen zijn nog altijd de beste reclame voor duurzame mode.

woensdag 9 mei 2012

Shwopping is het nieuwe winkelen



‘We can’t afford not to shwop’, zo luidt de titel van een nieuwe campagne van Marks & Spencer. De Britse retailer denkt dat ‘shwopping’ de toekomst heeft. De combinatie van nieuwe kleding kopen en oude items inleveren zou onze modeconsumptie duurzamer moeten maken. Het idee is simpel: bij elke nieuwe kledingaankoop geef je een afdankertje terug, en de winkel zorgt via Oxfam voor verantwoord hergebruik of slimme recycling.

Marks & Spencer propageert de nieuwe manier van winkelen als onderdeel van een duurzaamheidsstrategie die al sinds 2007 bestaat. De winkelketen liet zich in het kader van dit zogenoemde Plan A al van de groenste kant zien door onder meer klimaatneutrale lingerie te verkopen, en kledingstukken en -hangers te recyclen.

Met ‘shwopping’ gaat M&S een stap verder. Het is de bedoeling dat het systeem een gesloten bedrijfsmodel mogelijk maakt, waarin geen afval wordt geproduceerd. In het Verenigd Koninkrijk belanden jaarlijks een miljard kledingstukken in de vuilverbranding.

Of de Engelsen binnenkort massaal aan het shwoppen slaan, is nog even de vraag. Actrice Joanna Lumly komt in ieder geval in actie als het gezicht van de duurzaamheidsstrategie van Marks & Spencer. En daarmee wordt groen doen misschien wel absolutely fabulous.

maandag 7 mei 2012

Twee langetermijntrends in duurzame mode



Tijdens het gloednieuwe mode-evenement In-Fashion, dat op 21 april 2012 plaatsvond in Utrecht, vertelde ik in de speakers corner over twee belangrijke trends in duurzame mode. Het ging niet over de laatste seizoenscollecties, innovatieve initiatieven of andere actuele ontwikkelingen, maar om langetermijn trends die in de afgelopen tien tot vijftien jaar zichtbaar zijn geworden.

De eerste trend zal niemand zijn ontgaan: hoewel er geen harde cijfers over zijn, lijkt er sprake van een groeiend bewustzijn van duurzaamheid bij modeconsumenten en producenten. Niet alleen gespecialiseerde winkels en labels, maar ook grote ketens en merken besteden aandacht aan bijvoorbeeld MVO, biokatoen of recycling.

De tweede trend heeft te maken met de strijd tegen milieuvervuiling, arbeidsuitbuiting, afvalproductie en andere duurzaamheidsproblemen in de kledingbranche. Bezien over de laatste vijftien jaar heft zich in de modewereld een breed palet aan initiatieven ontwikkeld. Materialen zoals biokatoen zijn anno 2012 maar een klein deel van de aanpak. Ook bijvoorbeeld fair trade, recyclen, ruilen, consuminderen en slow design hebben een plek veroverd in de groene garderobe.

Wat betekenen deze trends nu voor groene fashionista’s? De keerzijde van de diversiteit aan initiatieven is onduidelijkheid over duurzaamheidsclaims. Het woud aan milieukeurmerken spreekt wat dat betreft boekdelen. Alleen al de bekendste, Max Havelaar, The Global Organic Textile Standard en Organic Exchange, zijn onderling niet vergelijkbaar. En dan zijn er nog initiatieven zoals Better Cotton Initiative, Made-By, Fair Wear, en Business Social Compliance Initiative.

De verscheidenheid aan initiatieven maakt een beoordeling van het groene gehalte van duurzame initiatieven lastig. Is een fast fashion keten groen bezig als er een collectie van biokatoen in de winkel hangt? Wat zijn de milieueffecten van recyclingprocessen? Is katoen van het Better Cotton Initiative een slap aftreksel van biokatoen, of een belangrijke stap in de juiste richting?

Beoordelingssites bieden nauwelijks een afdoende antwoord op deze vragen. Rankabrand, Kledingchecker en de shopping list van de Fair Wear Foundation geven verschillende adviezen. Dat komt onder meer doordat Rankabrand en de Kledingchecker niet dezelfde criteria en onderzoeksmethoden hanteren, en Fair Wear alleen de aangesloten merken promoot. Voor consumenten die een weloverwogen aankoopkeuze willen maken, is dat niet ideaal.

Voor groene fashionista’s in spe is er ook goed nieuws. De verscheidenheid aan duurzaamheidsinitiatieven in Nederland betekent dat er voor iedereen wat wils is. De simpele tip die ik het publiek van In-Fashion meegaf, luidde dan ook: kies het initiatief dat je aanspreekt, en draag zo je steentje bij aan een duurzamere modewereld.

zondag 6 mei 2012

Katja Schuurman krijgt eerste goudeerlijke armband



Santiago Ramirez, mijnbouwer uit Peru, overhandigt Katja Schuurman op 7 mei 2012 het eerste armbandje van goed goud in Nederland. Het gaat om een sieraad dat is voorzien van het Fairtrade Fairmined-keurmerk, het eerste certificeringinitiatief in de goudsector.

Solidaridad werkt al jarenlang aan een keurmerk voor goed goud: goud dat op een eerlijke, veilige en milieuvriendelijke manier is gewonnen. Het Fairtrade Fairmined-keurmerk is dan ook een primeur. Dankzij dit keurmerk weet de consument meteen dat bij de productie van het goud geen sprake is van milieuvervuiling, uitbuiting of onveilige werksituaties.

Bibi van der Velden ontwierp de eerste sieraden met het Fairtrade Fairmined-keurmerk. Eerder al was de ontwerpster verantwoordelijk voor het Goed Goud-armbandje, het sieraad waarmee consumenten de campagne Op weg naar goed goud kunnen steunen. De goudeerlijke sieraden worden verkocht bij onder meer juwelier Steltman.

Solidaridad bestrijdt sinds 1969 armoede in ontwikkelingslanden door aan duurzame en eerlijke handel te werken in de productie van onder meer koffie, thee, cacao, fruit en katoen. Solidaridad zet zich niet alleen in voor mooie sieraden, maar ook voor duurzaam denim. De ngo stond aan de wieg van jeanslabel Kuyichi.

woensdag 2 mei 2012

Wat is een eco-model?


Lonneke Engel, Hannah Mermaid en Summer Rayne Oakes staan bekend als groene modellen. Maar betekent het om als eco warrior over de catwalks te lopen? Het Australische model Amanda Rootsey, die zichzelf een eco-model noemt, sprak zich daar onlangs over uit.

‘Being an eco-model means that I work as a fashion model, doing catwalk parades, photo shoots, etc., but the difference is that I work exclusively with eco-friendly companies who share my values’, zei ze in een interview met Ecofashionworld.com.

Aan werk heeft ze als groen model geen gebrek. Steeds meer consumenten stellen vragen over duurzaamheid, en de mode-industrie maakt positieve veranderingen door in hun bedrijfsvoering. Rootsey heeft naar eigen zeggen een uitgebreid netwerk opgebouwd van mensen en bedrijven die serieus bezig zijn met het minimaliseren van hun impact op de planeet.

Consumenten adviseert het fotomodel om bewust te winkelen. ‘We can live more responsibility by trying to live simply, consume less in general and ensure that we are supporting businesses that have ethical and environmentally friendly practices.’

Rootsey is pas recent een pleitbezorger van een groene levensstijl. In 2009 kreeg ze kanker, en gooide ze het roer in haar leven radicaal om. Ze verhuisde naar het platteland, werd veganist en minimaliseert haar energieverbruik. Samen met haar partner startte ze Vegan Era, een platform voor informatie over een veganistische, fair trade en milieuvriendelijke levensstijl.

dinsdag 1 mei 2012

Nationale Kledinginzamelmaand



Met ingang van 2012 mag het in de agenda: mei mag zich in Nederland de Nationale Kledinginzamelmaand noemen. De campagne is een initiatief van bedrijven, stichtingen en overheden uit verschillende fasen van de textielketen. Het doel is om in de maand mei 25 procent meer textiel in te zamelen dan gebruikelijk.

De kick-off van de kledinginzamelmaand vindt plaats op 7 mei 2012 op station Leiden Centraal. Een kledingruilfeest met BN’ers moet de gemiddelde Nederlander ervan overtuigen dat afgedankte kleding een tweede leven verdient. Daarnaast zijn er gedurende de maand mei kledingruilfeesten, open dagen bij sorteerbedrijven en inzamelacties bij modewinkels.

De bedoeling is dat consumenten door de Nationale Kledinginzamelmaand meer bewust worden van het nut en de noodzaak van gescheiden textielinzameling. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar hergebruik van herdraagbare kleding als nieuwe items, maar ook van recycling tot nieuwe grondstoffen.