Versace stopt met zandstralen

Wat hebben H&M, Levi’s, Esprit, G-Star, WE, Coolcat, Kuyichi, Scotch & Soda, C&A en Diesel gemeen met Versace? Ze hebben toegezegd jeans uit hun collecties niet te laten zandstralen. Bij deze productiemethode, die wordt gebruikt om denim een versleten uiterlijk te geven, lopen fabrieksarbeiders het risico op stoflongen.

Versace maakte in juli 2011 bekend om geen gebruik meer te maken van leveranciers die de zandstraalmethode toepassen. Het Italiaanse luxemerk doet dit na pressie van de Clean Clothes Campaign.

Sinds 2010 voeren de Schone Kleren Campagne en haar internationale zusterorganisaties intensief actie tegen zandstralen. Omdat kledingarbeiders zandstralen vaak lang achter elkaar doen, zonder voldoende bescherming en in slecht geventileerde ruimtes, kunnen ze een acute, heftige versie van de longziekte silicose krijgen. In februari 2011 publiceerde de Clean Clothes Campaign een rapport over de onfatsoenlijke werkpraktijken achter het zandstralen van denim.

In Turkije is zandstralen in 2009 verboden, maar toezicht op de textielsector is onvoldoende om werknemers in informele werkplekken te beschermen. De techniek wordt ook veel gebruikt in bijvoorbeeld Bangladesh, India, China, Pakistan en gebieden in Afrika en Latijns-Amerika.

Tot nu toe hebben merken zoals Diesel, Dolce & Gabbana en Replay ondanks pressie vanuit campagnes nog geen actie ondernomen tegen zandstralen. Wie jeans van deze merken koopt, loopt dus grote kans de productie van killer jeans te steunen.

StoereLintjes voor duurzame modemerken

Karin Ruiter, Van Markoviec, Hiernamaals en Okimono behoren tot de trotse ontvangers van de StoereLintjes die de Arnhemse StoereVrouwen in juli 2011 uitdeelden aan een aantal duurzame modemerken. De lintjes zijn een beloning voor Arnhemse ondernemers die zich ingezet hebben voor een duurzame Arnhem Mode Biënnale.

Hoewel Arnhem een behoorlijk groene modestad is, is duurzaamheid tot nu toe nauwelijks een thema voor de Mode Biënnale in juni. Met uitzondering van een fair fashion show en een pop-up store besteedde de biënnale maar weinig aandacht aan duurzame initiatieven. De Arnhemse StoereVrouwen deelden toch nog veertien lintjes uit aan Arnhemse voorvechters van eco fashion.

Eerder dit jaar constateerde het koopleger van de StoereVrouwen tijdens een duurzaamheidscheck al dat het aanbod groene mode in Arnhemse winkels de afgelopen twee jaar niet is toegenomen of beter vindbaar is geworden. Bij Arnhem Coming Soon, Claudia Sträter en C&A werden positieve ontwikkelingen gesignaleerd. Maar een groot deel van de door StoereVrouwen ondervraagde winkeliers geeft aan dat duurzame stoffen vaak te duur zijn en dat ze geen overtuigende antwoorden krijgen van leveranciers over de arbeidsomstandigheden waaronder geproduceerd wordt.

De Arnhemse delegatie van StoereVrouwen denkt dat duurzame mode prominenter op de agenda gezet kan worden door mode-evenementen zoals de Arnhem Mode Biënnale. Op die manier kunnen het modeminnend publiek én winkeliers zich er beter van bewust worden dat groene kleding een must is. De StoereLintjes die in juli zijn uitgedeeld, dragen daar natuurlijk ook aan bij.

Een groene bruiloft met Sanyukta Shrestha

Sanyukta Shrestha samen te vatten. De van oorsprong Nepalese ontwerpster, die studeerde aan de London College of Fashion, brengt sinds 2003 bruidskleding en -accessoires op de markt die mens- en milieuvriendelijk zijn geproduceerd.

Voor de groene bruidsjurken, hoeden en accessoires gebruikt Sanyukta Shrestha stoffen die ongebruikelijk zijn in bruidsmode, zoals brandnetel, hennep, bamboe en soja. Een groot deel van de materialen wordt met de hand geweven in Nepal.

Het motto van Sanyukta Shrestha is 'Love green, believe in ethics'. En dat is een slogan die niet alleen bruiden-in-spe zal aanspreken.

Ecovriendelijke bedrijfskleding bij McDonalds

Personeel van de Britse filialen van McDonalds wordt binnenkort uitgerust met milievriendelijke kleding. Het Britse bedrijf Worn Again ontwikkelt een gesloten recyclingsysteem, waarbij afgedragen bedrijfskleding wordt hergebruikt tot nieuwe outfits zonder dat daarbij afval wordt geproduceerd.

Worn Again werkt voor de nieuwe collectie samen met de Britse ontwerpers Wayne and Gerardine Hemingway, de oprichters van het toonaangevende label Red or Dead. Worn Again, dat bestaat sinds 2005, is gespecialiseerd in upcycling. Het bedrijf werkt samen met grote ondernemingen om hun textielafval te hergebruiken. Volgens Worn Again is McDonalds het eerste Britse bedrijf dat een closed loop uniform gaat gebruiken.

McDonalds personeel in restaurants in het Olympische Park krijgt in 2012 de primeur van de nieuwe bedrijfskleding. Na de Olympische Spelen wordt het concept uitgerold naar de andere 1200 filialen in het Verenigd Koninkrijk.

Inditex kondigt groene koers aan

De nieuwe baas van Inditex, de onderneming achter modemerken zoals Zara, Berschki en Massimo Dutti, heeft aangekondigd meer aandacht te gaan schenken aan duurzaamheid. Tijdens een vergadering van aandeelhouders presenteerde Pablo Isla de duurzame strategie als de hoeksteen van alle bedrijfsactiviteiten. Hij somde recente groene initiatieven van het bedrijf op en maakte bekend dat Inditex zich aansluit bij het Better Cotton Initiative en The CEO Water Mandate.

Het Better Cotton Initiative zet zich in voor mens- en milieuvriendelijke katoenteelt. The CEO Water Mandate is opgericht om problemen die te maken hebben met wereldwijde waterschaarste te bestrijden en heeft tot doel om het juiste, duurzame gebruik van water te stimuleren.

Inditex wil ook de winkels van haar modemerken vergroenen. De winkels van Zara gelden tot nu toe als schoolvoorbeeld van dit beleid. In 2020 moeten alle winkels honderd procent eco efficiënt zijn, dat wil zeggen dat ze weinig water en energie verbruiken en een minimale hoeveelheid afval produceren.

Vacansoleil wielerploeg in groene mode

De wielerformatie van Vancansoleil die deelneemt aan de Tour de France, draagt duurzame kleding van het Nederlandse ecomerk DutchSpirit. De ploegleiders en negen renners dragen gedurende de Tour – buiten de koers – een speciale collectie van Dutch Spirit die in Almere is geproduceerd.

De outfit voor de wielerploeg bestaat uit een jeans, riem, shirt en colbertje. De jeans en het shirt kunnen na gebruik uit elkaar worden gehaald, zodat ze optimaal kunnen worden gerecycled. De riem is gemaakt van oude autobanden en de jasjes zijn ontwikkeld met de revolutionaire cradle to cradle-stof Returnity.

Dutch Spirit is sponsor van de Vacansoleil wielerploeg en wil op die manier het duurzame gedrag van de Nederlandse wielrenners stimuleren. De formele kleding die de renners naar de Tour meekrijgen is in elkaar gezet door leerlingen van het modeatelier van Campus4Talent in Almere. Bij Campus4Talent kunnen vmbo-, mbo- en hbo-schoolverlaters, inburgeraars en volwassenen zonder werk gedurende drie maanden parttime ervaring opdoen. Wat dat betreft is de Vacansoleil niet alleen milieutechnisch goed bezig, maar ook sociaal bewust.

Azzedine Alaia tegen fast fashion

'Here today, gone tomorrow'. Dat lijkt het motto van fast fashion, de goedkope wegwerpartikelen die uit de schappen van de gemiddelde modewinkel worden gegrist. De snelle omloopsnelheid van onze mode-industrie is niet alleen slecht voor het milieu, maar ook onmenselijk. Dat laatste is in ieder geval de mening van de van oorsprong Tunesische ontwerper Azzedine Alaïa.

‘A one-way course towards emptiness’, zei Alaïa onlangs in een interview met Business of Fashion. Vier collecties voor heren, vier voor dames en nog eens vier als special – Alaïa vindt het een onmenselijk tempo dat de creativiteit van ontwerpers vernietigt. De ontwerper brengt sinds 1980 zijn eigen collecties op de markt, maar doet niet mee aan het circus van de snelle mode.

De uitspraken van Azzedine Alaïa, wiens ontwerpen worden gedragen door onder andere Michelle Obama, Madonna, Victoria Beckham en Miley Cyrus, kunnen worden gezien als hart onder de riem van aanhangers van slow fashion. En dat is goed nieuws, want wie weet wat er met de mode-industrie gebeurt als meer verfaamde ontwerpers zich tegen fast fashion uitspreken.

Nomadic State of Mind in Nederland

Gladiatorsandalen zijn de laatste jaren hipper dan ooit. Daarom is het geen wonder dat er ook duurzame varianten van zijn. De schoenen van het Amerikaanse merk Nomadic State of Mind zijn er een voorbeeld van. De gladiators van duurzame materialen kunnen zelfs worden opgefleurd met veters in vrolijke kleuren.

De sandalen van Nomadic State of Mind zijn handgemaakt, comfortabel en praktisch onverwoestbaar. Het zomerse schoeisel is gemaakt van het diervriendelijke, recyclebare polypropyleen. De vervaardiging vindt fair trade plaats in Nicaragua.

Sandalen van Nomadic State of Mind, die sinds kort in Nederland verkrijgbaar zijn, zien er op het eerste gezicht een beetje houtje-touwtje uit, maar zijn verkrijgbaar in verschillende frisse kleuren, waaronder grijs, olijfgroen en oranje. Voor stevige wandelingen zijn er bovendien schoenen met een anti-slipzool en een afsluitbare hielsluiting.

Tweede collectie van OAT Shoes gelanceerd

Tijdens de Amsterdam International Fashion Week in juli 2011 stond het Nederlandse sneakermerk OAT Shoes in de spotlights. Bij de lancering van de tweede editie van The Green Fashion Competition presenteerden de makers van composteerbare schoenen de tweede collectie. Deze Limited Skin Collectie is gemaakt van biologisch afbreekbaar leder dat is ontwikkeld in samenwerking met Hulshoff Leer.

OAT Shoes won in januari 2011 de tweede prijs bij The Green Fashion Competition. De cradle to cradle schoenen vielen toen alleen al op vanwege de presentatie, waarbij een mannelijk en vrouwelijk model in weinig meer dan de witte sneakers op de catwalk verschenen. Sindsdien is het merk snel bekend geworden. Bij de webshop kwamen bestellingen binnen uit vijftien Europese landen en de schoenen liggen in de schappen van twaalf winkels in Duitsland, België, Spanje en Nederland.

Hoewel de nieuwe collectie van OAT Shoes gebaseerd is op herbruikbare materialen, is het gebruik van leer moeilijk duurzaam te noemen. Het leer is gemaakt van het restproduct uit de vleesindustrie uit Duitsland en Nederland.

Inspiratie voor een lokale garderobe

De Amerikaanse Rebecca Burgess bewijst dat het kan: er goed uitzien in lokaal geproduceerde kleding. Al een jaar lang draagt de docent en textielkunstenares uitsluitend kleding die is gemaakt binnen een straal van 150 mijl (zo’n 250 kilometer) van haar woonplaats Marin County.

Burgess begon haar initiatief na reizen in Thailand, Vietnam en Indonesië. Daar zag ze met eigen ogen welke effecten de textielindustrie heeft op mensen en milieu. Door de consequenties van onze consumptie naar het buitenland te verplaatsen, zijn de sociale en milieukosten van onze kleding buiten beeld geraakt, zegt Burgess.

Rebecca Burgess lanceert nu Fibershed Marketplace, een webwinkel met producten uit haar omgeving. Daarmee wil Burgess het gebruik van biologische stoffen en natuurlijke verfstoffen stimuleren. En wie goed kijkt, zal er ook inspiratie vinden om zelf te investeren in een lokaal geproduceerde garderobe.

Water is inspiratie voor vierde collectie Sage & Ivy

Sage & Ivy, het luxe modelabel van de Nederlandse ontwerpster Alexia van Engelen, presenteerde op 15 juli 2011 de vierde collectie. Over een onderwater gelegen catwalk showden de modellen een collectie die is geïnspireerd op de elegantie, vloeibaarheid, glans en transparantie van water. De zomercollectie voor 2012 bevat niet alleen veel blauw en wit, maar maakt ook zachte nude tinten, grijs en pastels.

Sage & Ivy (letterlijk: salie en klimop) is een ode aan de vrouw, vindt Alexia van Engelen. Toch zouden vrouwen nooit willen dat de luxe waarin zij zich het liefst hullen ten koste gaat van de aarde. Sage & Ivy maakt dan ook gebruik van ecostoffen die eerlijk worden verwerkt.

Voor de zomer van 2012 staat onder meer kleding van biologisch satijn op het programma. Leer en bont zal je nooit in de collectie van Sage & Ivy aantreffen, belooft Van Engelen. En een deel van de opbrengsten van iedere collectie wordt gedoneerd aan een goed doel.

In september 2011 maakt Sage & Ivy deel uit van de groep Nederlandse ontwerpers die zich presenteren in het Green Orange paviljoen tijdens Prêt-à-Porter Paris.

Greenpeace voert campagne tegen Nike

Het hoofdkantoor van Nike is op 15 juli 2011 belaagd door campagnevoerders van Greenpeace. De actiegroep bevestigde aan de gevel van het kantoor een reusachtig t-shirt met de opdruk: ‘Champion a toxic free future. Just do it.’ Greenpeace vraagt hiermee aandacht voor de productie van de sportkleding, waarbij giftige stoffen in Chinese meren en rivieren worden gedumpt.

De Chinese kledingfabrieken die collecties van Nike vervaardigen, lozen afvalwater in lokale rivieren, zegt Greenpeace. De giftige stoffen die daarbij vrijkomen, zijn kankerverwekkend en hormoonverstorend. Omdat de lokale bevolking water en vis uit dit vergiftigde oppervlaktewater haalt, loopt zij gezondheidsrisico’s. Daarnaast bedreigen de afvalpraktijken van de textielfabrikanten het kwetsbare ecosysteem.

Greenpeace voert internationaal actie tegen Adidas en Nike, onder andere bij kantoren van de sportmerken in Duitsland, Oostenrijk en Denemarken. Aanleiding voor de acties is een rapport over vergiftiging van de Chinese meren en rivieren door de textielindustrie. Nike is als grootste sportmerk ter wereld natuurlijk een dankbaar doelwit voor campagnes over dit onderwerp. Bovendien afficheert het Amerikaanse bedrijf zich regelmatig met duurzame initiatieven als verantwoorde modeonderneming.

Dance4Life strijdt tegen afvalberg

De wereldwijde afvalberg bestrijden en meteen ook de bewustwording van hiv en aids vergroten? Het kan met de smartphone cover van We Beat the Mountain en Dance4Life. De twee goededoelenorganisaties zijn een samenwerking aangegaan om elkaar de helpende hand te bieden.

Leden van Dance4Life kunnen met korting een speciale uitvoering van de We Beat the Mountain smartphone cover bestellen. We Beat the Mountain, een wereldwijde beweging van mensen en organisaties die de afvalberg willen verslaan door bijvoorbeeld het produceren van gerecyclede producten, doneert voor elke verkoop een geldbedrag aan Dance4Life. Doordat de telefoonhoesjes zijn voorzien van het logo van Dance4Life, dragen de kopers bij aan de bekendheid van dit Nederlandse initiatief. Dance4Life stimuleert jongeren om de verspreiding van hiv en aids tegen te gaan en vindt inmiddels plaats in 29 landen wereldwijd.

Dance4Life en We Beat the Mountain hopen met hun actie een nog grotere aanhang te creëren voor beide organisaties. Beide initiatieven zijn bedoeld om mensen over de hele wereld te inspireren om een concrete bijdrage te leveren aan het oplossen van een wereldwijd probleem. De nieuwe smartphone cover is natuurlijk gemaakt van recyclebaar materiaal en is door het strakke design geschikt voor heren én dames.

Laarzen van oude tapijten

Traditionele Marokkaanse tapijten krijgen een nieuw leven als laarzen dankzij Kiboots. Jovanna Kruitbosch en Martijn Lugtigheid kregen inspiratie voor hun Amsterdamse label tijdens reizen waar ze in aanraking kwamen met ambachtelijk handwerk en bijzondere lokale producten. Kiboots worden door ambachtslieden gemaakt van kilims, platgeweven, kleurrijke tapijten die al sinds de jaren zestig worden hergebruikt in schoenen.

De leren laarzen, die verkrijgbaar zijn in heren- en damesvarianten, worden gemaakt door ambachtslieden die soms al dertig jaar werkervaring hebben. Zij leren een jongere generatie met het maken van de hippe Kiboots weer de kneepjes van het vak.

Kiboots worden gepromoot als hippe, verantwoorde laarzen die zonder synthetische verf of kinderarbeid worden geproduceerd. Van elk verkocht exemplaar wordt een percentage gedoneerd aan het goede doel Youandki, dat onder andere in Uganda actief is.

Leren schoenen in de ban in India

Bij veganistische schoenen denk ik aan sneakers van Simple Shoes en pumps van nepsuede van Beyond Skin. Maar diervriendelijk schoeisel is niet alleen een Angelsaksische trend. Ook India heeft de nadelen van leer ontdekt.

In de Indiase provincie Punjab heeft de overheid scholen aangespoord om leerlingen de verplichte leren schoenen te laten vervangen door canvas alternatieven. De bestuurders tonen zich daarmee gevoelig voor argumenten van de Indiase Peta, die het dierenleed achter de leerproductie aan de kaak stelt.

Koeien die in de leerindustrie worden gebruikt, worden geslagen en blootgesteld aan extreme hitte, waardoor ze sterven door uitdroging, honger, ziekte of uitputting. Ook worden dieren onder gevaarlijke omstandigheden vervoerd en gevild terwijl ze nog bij bewustzijn zijn, blijkt uit undercover onderzoek van Peta.

In India is het gebruik van leer niet alleen vanwege het dierenleed omstreden. De leren schoenen die deel uitmaken van het verplichte schooluniform, herinnert de bevolking aan de Britse bezetting. Daarnaast zouden leren schoenen in het Indiase klimaat ongezond en oncomfortabel zijn. Kortom, er lijken genoeg redenen om aan te nemen dat leren schoenen in India steeds minder populair worden.

Met fiets gemaakte petten

Een naaimachine die wordt aangedreven door een fiets. Dat is de duurzame techniek achter een nieuwe lijn petten die wordt verkocht door het New Museum in New York. De collectie is een uitvinding van het Spaanse modemerk peSeta en is exclusief verkrijgbara via de museumwinkel.

Laura Martínez del Pozo en Jaime Sevilla Moreno, oprichters van peSeta, kwamen op het idee voor de bijzondere naaitechniek toen vrienden een fiets en een antieke naaimachine in hun winkel achter lieten. Met behulp van een fietsenmaker in Madrid maakten ze er een nieuwe machiine van. Daarmee produceren ze inmiddels petten voor het New Museum, die heel toepasselijk zijn voorzien van de kreet: new.

PeSeta heeft door het project geleerd hoe moeilijk het is om een naaimachine door een fiets te laten aandrijven. De fietser moet namelijk precies het juiste tempo trappen…

De zeven principes achter Wear nothing new

Jessi Arrington uit Brooklyn is een bijzonder mens. Ze gelooft niet in het kopen van nieuwe dingen en gaat dan ook gerust een week op pad met een lege koffer. Dat deed ze bijvoorbeeld toen ze naar Palm Springs reisde om een presentatie van ruim vijf minuten te houden voor TED. Op haar blog schrijft ze over deze ervaringen en geeft ze tips voor een kleurrijk leven met tweedehands kleding.

Inmiddels is de video van Arringtons presentatie verschenen op Ted.com en lezen talloze fashionista’s over de wondere wereld van tweedehands kleding. Arrington, een ontwerper die naar eigen zeggen geobsedeerd is met mode, vertelt op inspirerende en positieve wijze over de basisprincipes van vintage.

Denk niet dat mooie outfits veel geld kosten, want voor 50 dollar kan je er al waanzinnig uitzien, aldus Jessi Arrington. En raak niet emotioneel gehecht aan kledingstukken – doneer ze liever aan goede doelen en scoor zelf nieuwe tweedehandsjes.

De psychologie van vintage blijkt minstens zo belangrijk als de beschikbaarheid van unieke outfits. Als je goed in je vel zit, zie je er goed uit, benadrukt Arrington. Omarm je inner child, ontwikkel je eigen stijl en besef dat je van kleurige kleding simpelweg gelukkig kunt worden. En misschien wel de beste tip voor iedere fashionista: gold sequins go with everything.

Vintage fietstas met vintage look

Een fietstas in nostalgische sfeer is leuk, maar vanuit het perspectief van duurzaamheid is het gebruik van gerecyclede materialen natuurlijk beter dan een vintage look. Wat dat betreft zijn de vintage style fietstassen van Basil helemaal goed: de fietsaccessoires in de Katharina-lijn wordt gekenmerkt door een brocante uitstraling én is gemaakt van gerecycled canvas.

De nieuwe fietstassenlijn van Basil bestaat uit een dubbele en een enkele fietstas. De enkele tas ziet er uit als elegante schoudertas, omdat de fietshaakjes waarmee de tas aan de bagagedrager bevestigd wordt, in een ritsvakje zijn weggewerkt. De Katharina-lijn bevat ook ook een zadeldekje van waterdicht materiaal en oh zo hippe fietskrathoezen.

Basil verwerkt al jaren diverse milieuvriendelijke toepassingen in de fietsproducten. Daarom liet het bedrijf het woord ‘[Re-]cycling’ (voor fietsen en fietsaccessoires) als merk bij het merkenbureau registreren. Dit unieke logo komt op steeds meer Basil-producten te staan als bewijs dat de materialen zijn hergebruikt en het milieu minder wordt belast.

De opvolger van Kuyichi heet Kings of Indigo

Nederland is weer een nieuw jeansmerk rijker: Kings of Indigo (oftewel K.O.I.). Bedenker is Tony Tonnaer, die jarenlang directeur van Kuyichi was. Samen met twee partners zet hij nu een nieuw merk in de markt. Net als Kuyichi richt K.O.I. zich op duurzaamheid en authenticiteit.

K.O.I. wil werk maken van recycle, re-use, repair. Biologische stoffen zijn mooi, maar recycling is voor het milieu nog beter, aldus Tony Tonnaer. Ook om economische redenen is hergebruik aantrekkelijk, want de katoenprijzen stijgen de laatste tijd flink door.

K.O.I., dat aan inkopers wordt gepresenteerd tijdens de beurs Bread and Butter in Berlijn, brengt een compacte totaalcollectie. Er zijn jeans voor heren en dames, maar ook tops en accessoires. Het merk begint met de zomercollectie 2012 in Nederland, Duitsland en Zweden. Het is te hopen dat K.O.I. dan wat meer positieve media-aandacht krijgt dan Kuyichi de laatste tijd kreeg te verduren.

Kledingchecker 2010: windowdressing ligt op de loer

De Kledingchecker 2010, het instrument waarmee Goede Waar inzicht geeft in de duurzaamheidsclaims van modemerken, bevat aanzienlijk meer onderzoeksresultaten dan de eerdere editie. Steeds meer modebedrijven worden door de onderzoekers van de Kledingchecker kritisch onder de loep genomen. Het resultaat, dat in juli 2011 is gepresenteerd, is een lange lijst met scores voor milieuvriendelijkheid en fair trade van Nederlandse en internationale modemerken.

Naast een ranking van sociaal-economische en ecologische aspecten van de bedrijfsvoering van modelabels, heeft de Kledingchecker 2010 ook een aantal algemene conclusies getrokken over de duurzaamheid van kledingproductie. Zo constateert Goede Waar dat niet over alle onderdelen van de keten voldoende informatie beschikbaar is. We weten steeds meer over arbeidsomstandigheden in naaiateliers waar kleding in elkaar wordt gezet en over de milieubelasting van katoenteelt. Maar wat zich afspeelt in de fabrieken die stoffen spinnen en verven, is nog grotendeels onduidelijk.

Een andere belangrijke conclusie van de Kledingchecker is dat er nogal eens sprake is van windowdressing. Modebedrijven die schermen met hun duurzaamheidsbeleid maken soms maar een klein deel van hun collectie groen.

Modeliefhebbers zullen zich ook verbazen over het gebrek aan transparantie bij grote modemerken. Een fors aantal bedrijven heeft van de Kledingckecker geen score gekregen omdat ze niet hebben meegewerkt aan het onderzoek. Daardoor is niets te zeggen over het groene gehalte van bijvoorbeeld Hugo Boss, Levi’s, Marlies Dekkers en Replay.

Agentschap voor duurzame modemerken

Nederland kent sinds juni 2011 een agentschap voor duurzame modelabels. Cécile Scheele, oprichtster van het groene modemerk B-Frnk, wil via Goodbrandz retailers adviseren over duurzame ontwikkelingen in de branche. Naast B-Frnk wordt ook al Mud Jeans vertegenwoordigd door Goodbrandz.

Er was nog geen agentschap voor enkel duurzame kledingmerken, verklaart Scheele haar reden om Goodbrandz op te richten. De ondernemer denkt dat de markt toe is aan meer duurzame mode. Wel erkent ze dat winkeliers kleding niet inkopen alleen maar omdat het fair trade en zonder gifstoffen geproduceerd is. Kleding moet mooi zijn en als er een goed verhaal achter zit, is dat een bonus.

Het Nederlandse denimlabel Mud Jeans heeft voor Goodbrandz gekozen omdat het werkterrein van het bedrijf – Benelux en Duitsland – te klein is om een eigen verkoopteam aan te stellen. Goodbrandz wil in de toekomst ook internationale bedrijven gaan vertegenwoordigen.

Lonneke Engels showt groene mode voor The Green Fashion Competition

In 2011 vindt de tweede editie plaats van The Green Fashion Competion, de wedstrijd die deelnemers stimuleert om duurzame en catwalkwaardige mode te maken. De ambassadrice van de wedstrijd, het Nederlandse topmodel Lonneke Engel, opent op 16 juli 2011 tijdens de Amsterdam International Fashion Week officieel de tweede editie.

Speciaal voor The Green Fashion Competition heeft fotograaf Jouke Bos een reportage geschoten van Lonneke Engel in groene mode. Daarin draagt het model onder andere creaties van Elsien Gringhuis, die de eerste editie van de wedstrijd won.

De tweede editie van The Green Fashion Competition, die wordt georganiseerd door Amsterdam International Fashion Week en het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, maakt voor het eerst onderscheid tussen twee soorten prijzen. De eerste categorie is bedoeld voor modeondernemers die al werkzaam zijn in de mode-industrie en die hun bedrijf naar een hoger plan willen tillen. Hen wacht een hoofdprijs van 25.000 euro. Jonge en startende modecreatieven die bezig zijn een onderneming op te zetten, maken kans op een prijs van 15.000 euro.

Voor alle deelnemers geldt dat zij vanaf 16 juli kunnen meedoen aan The Green Fashion Competition door drie outfits te ontwerpen en een businessplan te schrijven waarin zij uitleggen hoe hun ideeën bijdragen aan biodiversiteit. Ook het doel van de wedstrijd is onveranderd: die moet een verandering initiëren naar een duurzamere mode-industrie. Behalve geldprijzen voorziet The Green Fashion Competition de winnende ondernemers ook van workshops op het gebied van business en creatie, een platform tijdens de Amsterdam International Fashion Week en expertise van het netwerk van de modeweek.

Mode ruilen en kopen op Amsterdam Duurzaam

De Sunday Market op het Westergasterrein in Amsterdam, die elke eerste zondag van de maand plaatsvindt, is altijd een feest voor groene fashionista’s. In juli 2011 was er extra veel reden om hebberig te worden, want de markt vond plaats tijdens het festival Amsterdam Duurzaam. En dat betekende: talloze kraampjes met kleding, schoenen, tassen, sieraden en kindermode én een heus duurzaam plein met pop up stores en informatiestands.

Het meest feestelijke deel van het Fashion & Lifestyle Plein was het kledingruilevenement van Ecofabs. Overtollige garderobestukken en miskopen konden daar ingeleverd worden, waarna naar hartelust gegraaid mocht worden in rekken waar anderen hun afdankertjes hadden gedropt.

Wie liever iets nieuws in huis haalt, kon terecht bij verkooppunten van talloze groene modewinkels. Extra leuk was de mogelijkheid om te neuzen in het aanbod van webwinkels die zich normaal gesproken alleen online presenteren. Denk aan handgemaakte sjaals van Piece of Mine Amsterdam en tassen van gerecyclede fiets- en autobinnenbanden (Nojram). Met watMooi, EigenZinnig en Charlie + Mary waren ook hippe groene modemerken goed vertegenwoordigd.

Ook voor kinderen waren er volop must-haves te vinden, zoals jurkjes uit Congo en t-shirts van Amerikaanse vintage. Het enige minpuntje? Niet alle aanwezige merken waren – door hun gebruik van bijvoorbeeld leer of katoen – duurzaam te noemen. Maar wie weet biedt Amsterdam Duurzaam deze bedrijven wel de inspiratie om zich te flink te vergroenen.

Schort terug in straatbeeld

Het schort hoort niet alleen thuis in de keuken, vinden de vrouwen achter het jonge Nederlandse merk Boezelaar. Kunstenaars Sarah van den Dungen en Maartje van der Kruijs willen het schort, dat van oudsher boezelaar heette, terugbrengen in het straatbeeld. Ze maken van biokatoen en hennep hippe schorten, waarmee een alledaagse outfit een oppepper krijgt.

De schorten van Boezelaar worden met de hand gemaakt en van kunstzinnige prints voorzien. Er zijn verschillende designs, kleuren en stoffen verkrijgbaar, zodat je zelf een schort naar wens kunt samenstellen. Een schort is draagbaar over broek én rok.

Vroeger droegen Hollandse vrouwen dagelijks een schort: om de kleding te beschermen, maar ook als onderdeel van de dracht. In rijkere kringen waren deze mooi versierd en gemaakt van fijne stof. Anno 2011 is het motto van Boezelaar: omdoen, strikken en dragen.