Bijna 900.000 mensen gaan jaarlijks dood aan malaria. Het grootste deel van de slachtoffers woont in Afrika en is jonger dan vijf jaar. De strijd tegen malaria lijkt er – met dank aan de corrupte regeringen en inadequate ontwikkelingshulp – net zo hopeloos als die tegen aids.
Volgens een reportage in Time is er nog een - schokkende - reden dat de bestrijding van de malariamug, die wereldwijd zo’n 240 miljoen mensen per jaar ziek maakt, niet van de grond komt in Oeganda. Huizen mogen daar namelijk niet worden bespoten met insecticide, ook al zou dit het aantal slachtoffers in het gebied kunnen halveren. Het verbod op bestrijdingsmiddelen is het gevolg van een lobby van producenten van biologisch katoen die leveren aan Walmart, Nike en H&M. ‘The reality is that Baby Omara is dying so Baby George can wear organic’, aldus Time.
Of deze bewering klopt, is moeilijk te achterhalen. Opvallend is dat in de Nederlandse media nauwelijks aandacht aan het verhaal van Time is besteed. Maar als de productie van kledinglijnen van ecokatoen werkelijk gepaard gaat met een verbod op bestrijdingsmiddelen dat jaarlijks tienduizenden kinderen het leven kost, wordt het wel verdomd moeilijk om ‘groen’ gelijk te stellen aan ‘goed’.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten