Volgens modeblog Fashionista draait duurzaamheid op kledinggebied – naast consuminderen – om het kopen van kleding van lokaal geproduceerde stoffen. Het belang van lokale productie is natuurlijk in de duurzame voedingsindustrie al gemeengoed. Vanuit milieuoogpunt is local food soms zelfs te prefereren boven biologische producten die uit verre landen worden ingevlogen. Wat dat betreft mag het geen verbazing wekken dat lokale productie ook binnen de ecomode steeds meer in de belangstelling staat.
In Nederland zijn er de nodige kleinschalige initiatieven: van ateliers van startende modeontwerpers in de Arnhemse krachtwijk Klarendal tot de ontwerpstudio van Denham the Jeansmaker in Amsterdam. Dit soort lokale productie is niet alleen ingegeven door milieuoverwegingen, maar ook door sociale betrokkenheid. In naaiateliers van Mode met een missie werken bijvoorbeeld vrouwen met psychiatrische aandoeningen of verslavingsproblemen. Het werk als naaister biedt hen een zinvolle dagbesteding en een kans om hun leefsituatie te verbeteren.
Toch lijkt grootschalige productie van kleding, schoenen en accessoires in ons land niet voor de hand liggend – ondanks de historie van textielindustrie in Twente en Brabant. Alexander van Slobbe, die onder het motto New Luxury ambachtelijke productiewijzen hoog in het vaandel heeft, laat zijn collecties in Oost-Europa maken. En de brandnetels die Brennels in de Noordoostpolder verbouwt, worden in Italië tot stof voor kleding gemaakt.
Ontbreekt het Nederland aan technische voorzieningen of expertise om lokale modeproductie naar een hoger plan te tillen? Of is ons land simpelweg te klein voor serieuze kledingfabrieken van enig formaat? Als dat laatste het geval is, zou die trend van local food wel eens een stevige concurrent voor local fashion kunnen blijken…
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten